Nederland gaat voor het eerst in 60 jaar de winter in zonder Gronings gas
Vanaf komende zondag wordt er helemaal geen gas meer opgepompt uit het Groningenveld, vanwege het risico op aardbevingen. Alleen de gasvelden in de Noordzee leveren dan nog een substantiële hoeveelheid Nederlands gas. Het overgrote deel van het gas dat in Nederland wordt gebruikt, komt nu uit het buitenland.
Vanwege de oorlog in Oekraïne komt er ook geen pijpleidinggas meer uit Rusland. Nederland is daarom vooral afhankelijk van gas uit Noorwegen en vloeibaar gas (lng) uit de Verenigde Staten en het Midden-Oosten.
De totale hoeveelheid gas die Nederland importeert is groter dan de hoeveelheid die wordt gebruikt, omdat Nederland een doorvoerland is voor gas. Een deel van het gas gaat via Duitsland en België verder Europa in.
De capaciteit voor de import van vloeibaar gas uit andere werelddelen is flink uitgebreid. Zo is de Gate Terminal in Rotterdam vergroot en wordt ook de capaciteit van de nieuwe drijvende terminal in de Eemshaven verder opgeschroefd.
Vorig jaar waren er na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne grote zorgen over de leveringszekerheid vanwege het wegvallen van Russisch gas. Deze winter staat Nederland er veel beter voor, vertelt Bart Jan Hoevers, directeur van Gasunie Transport Services: "De gasopslagen zijn bijna voor 100 procent gevuld en dat is aan het begin van de winter de beste positie die je je gegeven de omstandigheden kan wensen."
Het vullen van de gasopslagen ging niet helemaal zonder slag of stoot. De Nederlandse overheid heeft via Energie Beheer Nederland bedrijven overgehaald om ondanks de hoge gasprijzen toch gas op te slaan voor komende winter. Het kabinet trok daar deze zomer nog 210 miljoen euro extra voor uit, om zo de vullingsgraad boven de 80 procent te krijgen.
Importgas moet aangepast wordenHet gas dat Nederland importeert is niet direct geschikt voor de Nederlandse gasfornuizen en cv-ketels. Het Groningenveld bevat laagcalorisch gas en het importgas is hoogcalorisch. Nederlandse huishoudens worden niet gedwongen om andere apparatuur aan te schaffen omdat de Nederlandse overheid de komende jaren helemaal van het gas af wil.
Daarom voegt de Gasunie stikstof toe aan het importgas. Hierdoor lijkt het qua samenstelling op Gronings gas en is het geschikt om te koken en huizen mee te verwarmen. De hoeveelheid gas die van stikstof moet worden voorzien is fors toegenomen. Daarom is er een nieuwe stikstoffabriek gebouwd, naast de menginstallatie in het Groningse Zuidbroek.
Ondanks problemen bij de bouw is het gelukt om de fabriek dit weekend deels operationeel te hebben, op het moment dat het Groningenveld wordt gesloten.
In principe is er genoeg gas om de winter door te komen, maar de wereldwijde gasmarkt blijft krap en is daarmee extreem gevoelig voor prijsschommelingen. Zo steeg de gasprijs in Nederland flink omdat onderhoudswerkzaamheden aan een gasinstallatie in Noorwegen langer duurden dan was voorzien.
Een dreigende staking in Australië leidde ook in Nederland onmiddellijk tot hogere gasprijzen. Die prijzen worden gevormd door vraag en aanbod op de wereldmarkt en niet door de Gasunie.
Gasprijs zal eerder stijgen dan dalenMaar de kans dat de gasprijzen nog verder stijgen, is groter dan de kans op een daling op korte termijn, denkt Hoevers van Gasunie. "Op dit moment kost het gas 2,5 tot 3 keer zo veel als we gewend waren. Op het moment dat er nieuwe tegenvallers komen, zou de prijs verder kunnen stijgen. De ruimte omlaag is relatief beperkt omdat de markt op dit moment zo krap is. Mijn verwachting is dus dat de prijs nog wel even hoog blijft."
Vanwege de goed gevulde gasvoorraden kan Nederland ook een koude winter aan. Toch kan het in theorie nog spannend worden als zo'n koude winter samenvalt met technische problemen bij de aanvoer van gas uit het buitenland.
Groningenveld stand-byIn dat geval zou ook de discussie over het oppompen van gas uit het Groningenveld weer kunnen oplaaien. Mede onder druk van het buitenland heeft Nederland de gasputten nog niet helemaal dichtgegooid. Vanwege de krapte op de internationale gasmarkt staat het Groningenveld nog een jaar op stand-by. Er kan als het nodig is nog Gronings gas gewonnen worden.
Aan de ene kant heeft het Groningse aardgas Nederland veel geld opgeleverd, aan de andere kant drijft het mensen in Groningen tot wanhoop:
Oogst twee dagen debat: minimumloon hoger, benzine en treinkaartjes niet duurder
De Tweede Kamer wil de begroting van volgend jaar voor ongeveer vier miljard euro veranderen om zo de koopkracht van burgers te ondersteunen. Moties over het verhogen van het minimumloon, het verlagen van de benzineaccijns en het niet duurder worden van treinkaartjes zijn aangenomen.
Er waren ook moties die het niet haalden. Zo sneuvelde het voorstel van PVV-leider Wilders om koning Willem-Alexander te vragen af te zien van zijn loonsverhoging van 55.000 euro voor volgend jaar.
Wilders hoopte dat regeringspartij D66 zijn voorstel zou steunen. En dat deed D66, net als oppositiepartijen SP, Volt, DENK, Partij voor de Dieren, FVD, Groep Van Haga, JA21, BIJ1 en de zelfstandige Kamerleden Pieter Omtzigt en Nilufer Gündoğan. Dat zijn samen 71 van de 150 zetels; geen meerderheid dus.
Voorstel over kabinetsformatie
Een opvallende motie die het wel haalde kwam van de SGP. De Kamer steunt een voorstel om de Raad van State snel advies te vragen of het niet beter is om een "externe" partij in te zetten bij de kabinetsformatie. Er is haast bij, want de dag na de Tweede Kamerverkiezingen op 22 november, begint de formatie al.
De vorige kabinetsformatie duurde lang, in totaal 299 dagen (bijna tien maanden) en het proces verliep rommelig met de benoeming van verkenners en allerlei informateurs. De Tweede Kamer is daar ontevreden over en vraagt zich af of het in de toekomst niet anders aangepakt moet worden.
De SGP stelde gisteren in het Kamerdebat de vraag of koning Willem-Alexander niet toch een leidende rol moet spelen. De koning komt vandaag in de motie niet voor, maar dus wel een "externe" partij. Sinds 2012 wijst de Tweede Kamer zelf de informateurs en formateurs aan en niet meer het staatshoofd, zoals voorheen.
De stemmingen waren halverwege de avond al afgerond, waarmee de Algemene Beschouwingen uren eerder klaar waren dan gebruikelijk.
Koopkrachtmaatregelen
Een van de gevolgen van de stemmingen is dat het wettelijk minimumloon per 1 januari met 1,7 procent extra omhoog gaat. Nu ligt het minimum op 12,79 euro per uur. Met de verhoging gaat dat in de richting van 13,50 euro. Omdat uitkeringen en de AOW daaraan gekoppeld zijn, gaan ook die omhoog.
Daarnaast moet er meer geld naar het kindgebonden budget en de kinderopvang, zodat ouders minder hoeven bij te betalen. "Vandaag laat de Tweede Kamer zien dat we in staat zijn om ondanks alle verschillen de handen op elkaar kunnen krijgen en iets kunnen regelen voor alle mensen die al tijden moeite hebben om rond te komen", zegt fractievoorzitter Jesse Klaver van GroenLinks-PvdA.
Met de plannen is twee miljard euro gemoeid, dat betaald wordt door bedrijven die voor de winst hun eigen aandelen kopen en door banken zwaarder te belasten. Ook moet het toptarief in box 2 en 3 in de belasting omhoog.
Dit pakket, op initiatief van GroenLinks/PvdA, ChristenUnie en D66, wordt in ieder geval ondersteund door een groot deel van de oppositie. Dat zijn bij elkaar 76 zetels.
Accijns omlaagOok was er een meerderheid voor het schrappen van de aanstaande verhoging van de brandstofaccijnzen. Dat voorkomt dat de prijzen aan de pomp met zo'n 20 cent per liter stijgen. Ook de energiebelasting, die mensen betalen over de rekening voor gas en elektriciteit, moet van de Kamer met 200 miljoen euro omlaag. De motie hierover van de VVD was mede ondertekend door de PVV, SP, ChristenUnie, BBB, SGP, JA21, Denk, Groep Van Haga, Den Haan en Omtzigt, bij elkaar 79 zetels.
Fractievoorzitter Sophie Hermans van de VVD noemt het "een aanvullende stap" op het pakket dat het demissionaire kabinet op Prinsjesdag presenteerde. Dat levert voor bepaalde groepen onvoldoende op. Hermans: "Mensen met een heel normaal salaris, politieagenten, verplegers, leraren of mkb'ers die hun vaste lasten zien stijgen."
Om dat pakket van 1,4 miljard euro te betalen, moeten de meeste ministers met de stofkam door hun begroting om geld te vinden. Volksgezondheid en Sociale Zaken zijn daarbij uitgezonderd. Ook eventuele meeropbrengsten uit de verkoop van aardgas moeten ervoor aangewend worden. En als het nodig is, mag er ook geld gebruikt worden uit het Nationaal Groeifonds, dat eigenlijk bedoeld is voor innovatieprojecten van bedrijven.
Openbaar vervoerDe Kamer wil verder dat het kabinet meer geld uittrekt voor het openbaar vervoer. Een zeer ruime Kamermeerderheid vraagt het kabinet 300 miljoen euro beschikbaar te stellen om een stijging van de kosten van kaartjes en "verdere verschraling van het regionale openbaar vervoer door het wegvallen van haltes en buslijnen" te voorkomen. Dat moet worden betaald met geld dat nog op de plank lag bij het ministerie van Financiën.
Ook moet de voorziene prijsstijging bij de NS niet doorgaan, wat de Kamer betreft. Daarvoor moet 120 miljoen euro beschikbaar komen uit de begroting van het ministerie van Infrastructuur en het 'Mobiliteitsfonds'. De motie over het openbaar vervoer, een initiatief van ChristenUnie en GroenLinks/PvdA, is ook ondertekend door VVD, D66, CDA, PVV, SP, Volt, SGP en BBB.
Oogst twee dagen debat: minimumloon hoger, benzine en treinkaartjes niet duurder
De Tweede Kamer wil de begroting van volgend jaar voor ongeveer vier miljard euro veranderen om zo de koopkracht van burgers te ondersteunen. Moties over het verhogen van het minimumloon, het verlagen van de benzineaccijns en het niet duurder worden van treinkaartjes zijn aangenomen.
Er waren ook moties die het niet haalden. Zo sneuvelde het voorstel van PVV-leider Wilders om koning Willem-Alexander te vragen af te zien van zijn loonsverhoging van 55.000 euro voor volgend jaar.
Wilders hoopte dat regeringspartij D66 zijn voorstel zou steunen. En dat deed D66, net als oppositiepartijen SP, Volt, DENK, Partij voor de Dieren, FVD, Groep Van Haga, JA21, BIJ1 en de zelfstandige Kamerleden Pieter Omtzigt en Nilufer Gündoğan. Dat zijn samen 71 van de 150 zetels; geen meerderheid dus.
Voorstel over kabinetsformatie
Een opvallende motie die het wel haalde kwam van de SGP. De Kamer steunt een voorstel om de Raad van State snel advies te vragen of het niet beter is om een "externe" partij in te zetten bij de kabinetsformatie. Er is haast bij, want de dag na de Tweede Kamerverkiezingen op 22 november, begint de formatie al.
De vorige kabinetsformatie duurde lang, in totaal 299 dagen (bijna tien maanden) en het proces verliep rommelig met de benoeming van verkenners en allerlei informateurs. De Tweede Kamer is daar ontevreden over en vraagt zich af of het in de toekomst niet anders aangepakt moet worden.
De SGP stelde gisteren in het Kamerdebat de vraag of koning Willem-Alexander niet toch een leidende rol moet spelen. De koning komt vandaag in de motie niet voor, maar dus wel een "externe" partij. Sinds 2012 wijst de Tweede Kamer zelf de informateurs en formateurs aan en niet meer het staatshoofd, zoals voorheen.
De stemmingen waren halverwege de avond al afgerond, waarmee de Algemene Beschouwingen uren eerder klaar waren dan gebruikelijk.
Koopkrachtmaatregelen
Een van de gevolgen van de stemmingen is dat het wettelijk minimumloon per 1 januari met 1,7 procent extra omhoog gaat. Nu ligt het minimum op 12,79 euro per uur. Met de verhoging gaat dat in de richting van 13,50 euro. Omdat uitkeringen en de AOW daaraan gekoppeld zijn, gaan ook die omhoog.
Daarnaast moet er meer geld naar het kindgebonden budget en de kinderopvang, zodat ouders minder hoeven bij te betalen. "Vandaag laat de Tweede Kamer zien dat we in staat zijn om ondanks alle verschillen de handen op elkaar kunnen krijgen en iets kunnen regelen voor alle mensen die al tijden moeite hebben om rond te komen", zegt fractievoorzitter Jesse Klaver van GroenLinks-PvdA.
Met de plannen is twee miljard euro gemoeid, dat betaald wordt door bedrijven die voor de winst hun eigen aandelen kopen en door banken zwaarder te belasten. Ook moet het toptarief in box 2 en 3 in de belasting omhoog.
Dit pakket, op initiatief van GroenLinks/PvdA, ChristenUnie en D66, wordt in ieder geval ondersteund door een groot deel van de oppositie. Dat zijn bij elkaar 76 zetels.
Accijns omlaagOok was er een meerderheid voor het schrappen van de aanstaande verhoging van de brandstofaccijnzen. Dat voorkomt dat de prijzen aan de pomp met zo'n 20 cent per liter stijgen. Ook de energiebelasting, die mensen betalen over de rekening voor gas en elektriciteit, moet van de Kamer met 200 miljoen euro omlaag. De motie hierover van de VVD was mede ondertekend door de PVV, SP, ChristenUnie, BBB, SGP, JA21, Denk, Groep Van Haga, Den Haan en Omtzigt, bij elkaar 79 zetels.
Fractievoorzitter Sophie Hermans van de VVD noemt het "een aanvullende stap" op het pakket dat het demissionaire kabinet op Prinsjesdag presenteerde. Dat levert voor bepaalde groepen onvoldoende op. Hermans: "Mensen met een heel normaal salaris, politieagenten, verplegers, leraren of mkb'ers die hun vaste lasten zien stijgen."
Om dat pakket van 1,4 miljard euro te betalen, moeten de meeste ministers met de stofkam door hun begroting om geld te vinden. Volksgezondheid en Sociale Zaken zijn daarbij uitgezonderd. Ook eventuele meeropbrengsten uit de verkoop van aardgas moeten ervoor aangewend worden. En als het nodig is, mag er ook geld gebruikt worden uit het Nationaal Groeifonds, dat eigenlijk bedoeld is voor innovatieprojecten van bedrijven.
Openbaar vervoerDe Kamer wil verder dat het kabinet meer geld uittrekt voor het openbaar vervoer. Een zeer ruime Kamermeerderheid vraagt het kabinet 300 miljoen euro beschikbaar te stellen om een stijging van de kosten van kaartjes en "verdere verschraling van het regionale openbaar vervoer door het wegvallen van haltes en buslijnen" te voorkomen. Dat moet worden betaald met geld dat nog op de plank lag bij het ministerie van Financiën.
Ook moet de voorziene prijsstijging bij de NS niet doorgaan, wat de Kamer betreft. Daarvoor moet 120 miljoen euro beschikbaar komen uit de begroting van het ministerie van Infrastructuur en het 'Mobiliteitsfonds'. De motie over het openbaar vervoer, een initiatief van ChristenUnie en GroenLinks/PvdA, is ook ondertekend door VVD, D66, CDA, PVV, SP, Volt, SGP en BBB.
Investeerders ontbreken voor ondergrondse pijpleidingen gevaarlijke stoffen
Het is één van de grootste infrastructurele projecten van Nederland: de Delta Rhine Corridor. Het omvat meerdere pijpleidingen voor het transport van grote hoeveelheden chemische stoffen vanuit de Rotterdamse haven naar de grote industriecomplexen in Limburg en Duitsland. Maar hoewel het kabinet deze maand wil beslissen welke pijpleidingen er komen te liggen, is er voor een deel daarvan nog geen investeerder gevonden.
Het plan, gepland voor 2028, omvat een kabel voor gelijkstroom en zes buisleidingen: voor waterstof, aardgas, CO2, lpg, ammoniak en propeen. Het prijskaartje daarvan is ruim 10 miljard euro. Onduidelijk is nog welk deel daarvan de overheid betaalt, welke het bedrijfsleven én welke bedrijven überhaupt zullen investeren.
'Giftreinen'Waterstof en CO2 zijn met name van belang voor de energietransitie. Nederland en Duitsland willen investeren in een waterstofeconomie en met de CO2-buis kan de door de industrie uitgestote koolstofdioxide worden opgeslagen in lege gasvelden onder de Noordzee. Duitsland heeft de komende jaren daarnaast aardgas nodig voor de Energiewende. Rotterdam wil met de Corridor in de toekomst de belangrijke doorvoerhaven blijven die het nu nog is voor fossiele brandstoffen.
Bij de leidingen voor lpg, ammoniak en propeen weegt veiligheid zwaar. De licht ontvlambare stoffen vinden hun weg nu vooral over het spoor. Maar dat transport loopt tegen grenzen aan. Nu al worden de veiligheidsmarges op het traject tussen Rotterdam en Venlo - waar een kwart miljoen mensen aan of dichtbij het spoor wonen - overschreden. Zij zien de "giftreinen" dan ook liever vandaag dan morgen verdwijnen.
Dion van der Sanden woont vlakbij het spoor waarover 'giftreinen' rijden. "Als hier iets gebeurt, moet je zien weg te komen."
Bedrijven zien wel brood in de gelijkstroomkabel (Tennet) en de leidingen voor waterstof, aardgas en CO2 (Shell, het Duitse energiebedrijf OGE, chemiebedrijf BASF en Gasunie). Maar rond de 'veiligheidsbuizen' voor lpg, propeen en ammoniak blijft het vooralsnog stil.
Gezien de miljardeninvesteringen die de aanleg kost zullen afnemers al snel tientallen miljoenen per jaar moeten ophoesten. En al gaat het in Limburg om gevestigde kapitaalkrachtige multinationals, de ondernemersrisico's om zich voor decennia financieel vast te leggen zijn groot. "We weten niet hoe de economie er over dertig jaar uitziet, of welke alternatieve stoffen er dan beschikbaar zijn", zegt Loek Radix, directeur van chemische bedrijventerrein Chemelot.
'Private aangelegenheid'Ondergronds vervoer van lpg, propeen en ammoniak mag dan veiliger zijn, de winstgevendheid hiervan is nog onzeker, mede omdat ook de Duitse industrie zich niet definitief aan de Delta Rhine Corridor heeft verbonden.
Veiligheid is ook een maatschappelijk belang, zegt Radix. De overheid zal dan ook garant moeten staan voor de financiële risico's, vindt hij. Anders zouden de bedrijven kunnen kiezen voor de Antwerpse haven, dat ook buisleidingen naar Limburg en het Ruhrgebied aan wil leggen.
Maar waar het Rijk wel geld steekt in de waterstofbuis, is overheidsfinanciering voor de buizen met chemische stoffen volgens energie-minister Rob Jetten "vooralsnog niet aan de orde". Het betreft "een private aangelegenheid" die vraagt om "private investeringen", zegt Jetten in antwoord op vragen van Nieuwsuur.
ToekomstHet ministerie, Shell en Gasunie willen dat bedrijven dit jaar toezeggingen doen over de aanleg van buizen of afname van vervoerde stoffen. Meldt niemand zich voor de veiligheidsbuizen "dan zou het zo kunnen zijn dat we zonder die buizen beginnen", zegt Helmie Botter, manager waterstof bij Gasunie.
De leidingen voor de chemische stoffen zullen dan later of helemaal niet worden aangelegd. Het demissionaire kabinet bepaalt op 18 september voor welke buisleidingen zij toekomst zien. Heeft zich dan geen investeerder gemeld, dan vallen de leidingen voor chemische stoffen voorlopig af.
Investeerders ontbreken voor ondergrondse pijpleidingen gevaarlijke stoffen
Het is één van de grootste infrastructurele projecten van Nederland: de Delta Rhine Corridor. Het omvat meerdere pijpleidingen voor het transport van grote hoeveelheden chemische stoffen vanuit de Rotterdamse haven naar de grote industriecomplexen in Limburg en Duitsland. Maar hoewel het kabinet deze maand wil beslissen welke pijpleidingen er komen te liggen, is er voor een deel daarvan nog geen investeerder gevonden.
Het plan, gepland voor 2028, omvat een kabel voor gelijkstroom en zes buisleidingen: voor waterstof, aardgas, CO2, lpg, ammoniak en propeen. Het prijskaartje daarvan is ruim 10 miljard euro. Onduidelijk is nog welk deel daarvan de overheid betaalt, welke het bedrijfsleven én welke bedrijven überhaupt zullen investeren.
'Giftreinen'Waterstof en CO2 zijn met name van belang voor de energietransitie. Nederland en Duitsland willen investeren in een waterstofeconomie en met de CO2-buis kan de door de industrie uitgestote koolstofdioxide worden opgeslagen in lege gasvelden onder de Noordzee. Duitsland heeft de komende jaren daarnaast aardgas nodig voor de Energiewende. Rotterdam wil met de Corridor in de toekomst de belangrijke doorvoerhaven blijven die het nu nog is voor fossiele brandstoffen.
Bij de leidingen voor lpg, ammoniak en propeen weegt veiligheid zwaar. De licht ontvlambare stoffen vinden hun weg nu vooral over het spoor. Maar dat transport loopt tegen grenzen aan. Nu al worden de veiligheidsmarges op het traject tussen Rotterdam en Venlo - waar een kwart miljoen mensen aan of dichtbij het spoor wonen - overschreden. Zij zien de "giftreinen" dan ook liever vandaag dan morgen verdwijnen.
Dion van der Sanden woont vlakbij het spoor waarover 'giftreinen' rijden. "Als hier iets gebeurt, moet je zien weg te komen."
Bedrijven zien wel brood in de gelijkstroomkabel (Tennet) en de leidingen voor waterstof, aardgas en CO2 (Shell, het Duitse energiebedrijf OGE, chemiebedrijf BASF en Gasunie). Maar rond de 'veiligheidsbuizen' voor lpg, propeen en ammoniak blijft het vooralsnog stil.
Gezien de miljardeninvesteringen die de aanleg kost zullen afnemers al snel tientallen miljoenen per jaar moeten ophoesten. En al gaat het in Limburg om gevestigde kapitaalkrachtige multinationals, de ondernemersrisico's om zich voor decennia financieel vast te leggen zijn groot. "We weten niet hoe de economie er over dertig jaar uitziet, of welke alternatieve stoffen er dan beschikbaar zijn", zegt Loek Radix, directeur van chemische bedrijventerrein Chemelot.
'Private aangelegenheid'Ondergronds vervoer van lpg, propeen en ammoniak mag dan veiliger zijn, de winstgevendheid hiervan is nog onzeker, mede omdat ook de Duitse industrie zich niet definitief aan de Delta Rhine Corridor heeft verbonden.
Veiligheid is ook een maatschappelijk belang, zegt Radix. De overheid zal dan ook garant moeten staan voor de financiële risico's, vindt hij. Anders zouden de bedrijven kunnen kiezen voor de Antwerpse haven, dat ook buisleidingen naar Limburg en het Ruhrgebied aan wil leggen.
Maar waar het Rijk wel geld steekt in de waterstofbuis, is overheidsfinanciering voor de buizen met chemische stoffen volgens energie-minister Rob Jetten "vooralsnog niet aan de orde". Het betreft "een private aangelegenheid" die vraagt om "private investeringen", zegt Jetten in antwoord op vragen van Nieuwsuur.
ToekomstHet ministerie, Shell en Gasunie willen dat bedrijven dit jaar toezeggingen doen over de aanleg van buizen of afname van vervoerde stoffen. Meldt niemand zich voor de veiligheidsbuizen "dan zou het zo kunnen zijn dat we zonder die buizen beginnen", zegt Helmie Botter, manager waterstof bij Gasunie.
De leidingen voor de chemische stoffen zullen dan later of helemaal niet worden aangelegd. Het demissionaire kabinet bepaalt op 18 september voor welke buisleidingen zij toekomst zien. Heeft zich dan geen investeerder gemeld, dan vallen de leidingen voor chemische stoffen voorlopig af.